Omgaan met faalangst ―
Uit balans
Soms kan je zo bang zijn om ergens niet in te slagen, dat kunnen taken of toetsen zijn, maar ook wedstrijden of nieuwe uitdagingen. Wanneer we faalangst voelen kunnen we op verschillende manieren reageren en die manieren zijn vaak niet helpend. Met deze oefening leer je hoe je negatieve gedachten en gedragingen kunt aanpakken en ombuigen naar iets helpend!

Stap 1 | Wat doe je wanneer je bang bent te falen?
Wanneer je faalangst hebt, waar merk je dat aan? Hoe gedraag je je op die momenten? Ga je dan...
- ... zo lang mogelijk niets doen en dan plots alles ineens? (uitstelgedrag)
- ... weglopen van je “probleem” en dus geen actie ondernemen?
- ... overdreven hard werken zonder pauzes?
- ... piekeren en negatief over jezelf denken?
- ... dichtklappen en lukt je dan niets meer?
Het is belangrijk dit te weten zodat je het sneller opmerkt, zo kan je voorkomen dat je terug hetzelfde doet. Vul hieronder in wat je doet wanneer je denkt niet te slagen in iets.
Stap 2 | Tot wat leidt dit gedrag?
Waarom helpt dit gedrag, wanneer je bang bent om te falen, je niet echt vooruit? Krijg je bijvoorbeeld nog meer stress of kan je niet meer slapen? Schrijf het hieronder neer.
Stap 3 | Verander je aanpak
In de eerste stap schreef je op wat je meestal doet wanneer je faalangst hebt. Wanneer die technieken niet helpend zijn, kan je die ook ombuigen. Hoe zou je dat kunnen doen?
- Wanneer je alles op het laatste nippertje doet, dan kan je een planning maken om alles in kleine stukjes te doen.
- Wanneer je heel hard begint te werken zonder pauzes, stel dan doelen op en plan verplichte pauzes in. Ga tijdens die pauzes ook even weg van wat je moet doen.
- Wanneer je piekert en negatief denkt, dan kan je de bovenstaande gedachte oefening doen.
- Wanneer je dichtklapt, dan kan je ervoor proberen zorgen dat je rustig wordt met een ademhalingsoefening of de oefening “Overspoeld? Gebruik je zintuigen.”.
Stap 4 | Schrijf een faalangstige gedachte op
Denk aan een situatie waarin je bang bent om te falen. Dit kan een toets, een sportwedstrijd, of een presentatie zijn.
Vul in: Waar ben je bang voor? Wat zeg je tegen jezelf?
Bijvoorbeeld: "Ik ga sowieso een slecht cijfer halen."
Stap 5 | Onderzoek je gedachte
Vraag jezelf af:
- Klopt deze gedachte 100%?
- Wat is het ergste dat er kan gebeuren?
- Is er bewijs dat het ook goed kan gaan?
Schrijf op: Zijn er gelijkaardige situaties geweest waarin het wél goed ging?
Bijvoorbeeld: "Ik heb eerder een toets gehad die beter ging dan verwacht."
Stap 6 | Buig je gedachte om
Formuleer een realistischere gedachte op basis van je bevindingen in stap 2.
Vul in: Hoe kun je anders denken over deze situatie?
Bijvoorbeeld: "Ik heb goed gestudeerd en doe mijn best. Een toets zegt niet alles over mijn kunnen."
Met een profiel op NokNok kan je je antwoorden opslaan en testresultaten bekijken. Ook krijg je toegang tot je persoonlijke ruimte waar je een (foto)dagboek kunt bijhouden. Bovendien, het is helemaal gratis!
Met een profiel op NokNok kan je je antwoorden opslaan en testresultaten bekijken. Ook krijg je toegang tot je persoonlijke ruimte waar je een (foto)dagboek kunt bijhouden. Bovendien, het is helemaal gratis!